by Microvida Microvida

Bron: Inf@ct, RIVM 

Auteurs: Margreet te Wierik, Helma Ruijs, Albert Vollaard, Fleur Meerstadt, Corien Swaan

Samenvattend:

  • Er zijn momenteel meer patiënten met mazelen in Nederland die zich presenteren bij huisartsen of in ziekenhuizen dan in recente jaren.
  • De LCI krijgt vragen vanuit ziekenhuizen over het postexpositiebeleid bij hun medewerkers na onbeschermd contact met mazelenpatiënten. De adviezen uit de bijlage ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’ bij de LCI-richtlijn Mazelen blijken dus nog niet overal bekend of geïmplementeerd te zijn.
  • Voorlichting aan en bescherming van gezondheidszorgwerkers zijn van belang, dit geldt intra- én extramuraal. Daarom brengen we het advies ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’ onder de aandacht van de betrokken beroepsgroepen in de Nederlandse gezondheidszorg.
  • We verzoeken de GGD’en de huisartsen in hun regio te attenderen op dit advies en op de mogelijkheid dat een patiënt met mazelen zich bij de huisartsenpraktijk presenteert.

Er zijn in Nederland 10 patiënten met mazelen gemeld van 1 januari tot 14 maart 2019. Dit is meer dan in voorgaande jaren: in dezelfde periode in de jaren 2015 tot en met 2018 werden maximaal 2 mazelenpatiënten gemeld. De meeste patiënten die tot nu toe – in 2019 – gemeld werden, zijn in het buitenland besmet geraakt. Voor zover bekend, is bij twee patiënten sprake van secundaire transmissie.

Een aantal patiënten presenteerde zich, al dan niet na een bezoek aan de huisarts, in een Nederlands ziekenhuis. Uit vragen aan de LCI vanuit deze ziekenhuizen, blijkt dat patiënten niet altijd in isolatie zijn opgenomen, met daardoor risico op transmissie naar medepatiënten en gezondheidszorgwerkers. Ook bleek dat niet alle gezondheidszorgwerkers voldoende beschermd waren tegen mazelen (door 2 BMR-vaccinaties of na doorgemaakte infectie). Vooral personen geboren tussen 1965 en 1975 – nog voor de invoering van mazelenvaccinatie – blijken regelmatig niet beschermd te zijn door natuurlijke infectie. Personen geboren in 1976 en 1977 hebben in hun jeugd slechts 1 mazelenvaccinatie gekregen. Hierdoor bleek de afgelopen tijd in meerdere gevallen postexpositieprofylaxe nodig, en ook was zelfs sprake van een tijdelijk werkverbod. Het intra- en extramurale postexpostieprofylaxebeleid is beschreven in de bijlage ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’; het postexpositiebeleid in het algemeen is te vinden in de LCI-richtlijn Mazelen.

De huidige mazelensituatie in Europa en daarbuiten, met nog altijd toenemende aantallen patiënten en daardoor mogelijke import van mazelengevallen in Nederland, brengt risico op werkgerelateerde besmettingen met zich mee.

De mazelenepidemie in 2013/2014 heeft geleid tot het advies ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’. Het doel hiervan is tweeledig: gezondheidszorgwerkers die risico lopen op mazelen daartegen te beschermen (arboperspectief) én te voorkomen dat gezondheidszorgwerkers die mazelen ontwikkelen, hun patiënten infecteren (patiëntveiligheidperspectief). De verantwoordelijkheid voor de bescherming en vaccinatie van medewerkers ligt primair bij de werkgever/directie van de zorginstelling. Nu blijkt dat de adviezen uit de bijlage bij de LCI-richtlijn mazelen nog niet overal bekend of geïmplementeerd zijn, adviseren wij u na te gaan of in uw gezondheidszorginstelling het beleid op dit punt tot stand gekomen is en of de adviezen opgevolgd zijn.

We verzoeken de GGD’en de huisartsen in hun regio te attenderen op de huidige mazelensituatie in Europa en daarbuiten en op het advies ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’, met het verzoek de vaccinatiestatus van het personeel te inventariseren en zo nodig op peil te brengen. Mocht een patiënt bij wie aan mazelen gedacht wordt, zich melden bij de huisartsenpraktijk, dan is het advies om deze patiënt niet op het spreekuur te laten komen, om eventuele transmissie naar andere, niet-beschermde patiënten en patiëntjes in de huisartsenpraktijk (wachtkamer) te voorkómen. Mocht de situatie zich voordoen dat pas achteraf blijkt dat een patiënt mazelen had en besmettelijk was, dan is contactonderzoek nodig, zoals beschreven in het advies ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’